Wat is webcontent?
En hoe zorg ik voor de beste content voor op mijn website?
Achter veel goed gevulde websites zit tegenwoordig een Content Management Systeem (CMS). Een CMS scheidt het organiseren van de content van de opmaak. Zonder content zijn websites dan ook niet meer dan mooie wikkels met lucht, die niks doen, niet gevonden worden en er alleen goed uitzien. Maar als er geen content op de pagina staat, wat zie je dan nog? Precies. Niks!
Verschillende soorten webcontent
We definiëren webcontent in grote lijnen als “de dingen op je website”. Hieronder valt alles dat de website vult en onderdeel is van de gebruikerservaring. Dat wat mensen lezen, horen, zien, bekijken of manipuleren op een website. Op basis daarvan zijn er een aantal kerntype webcontent:
- – tekst
- – afbeeldingen
- – video
- – animatie
- – audio (geluid)
Laten we beginnen bij de teksten!
Het schrijven van teksten
Het grootste deel van de informatie die op een website staat is veelal tekstueel. Of dit nou een productbeschrijving is, een oproep in een Call to Action, of een simpel blogbericht. Zonder tekst zouden we onze verhalen niet kunnen vertellen en komt onze boodschap niet (of minder goed) over.
Misschien is het je wel eens opgevallen dat de teksten op een website iets anders geschreven zijn dan de teksten in een krant of een boek. Dit heeft te maken met ons leesgedrag. We lezen namelijk anders van een scherm dan van papier.
Schrijf korte, eenvoudige zinnen
Lange, ingewikkelde zinnen vind je terug in romans van weleer. De concentratiespanne van de huidige digitale lezer vraagt om zinnen met minder dan 35 woorden. En, zien we in nederland een tweesplitsing in aanbod en ontvangst van geschreven teksten. Het aanbod komt niet overeen met de wensen van de ontvanger.
Onderzoek van BureauTaal laat zien dat het leesniveau voor 40% van de Nederlanders op taalniveau B1 ligt, terwijl het tekstniveau waarop teksten worden geschreven meestal op taalniveau C1 ligt (75%).
Om te controleren of de teksten op je website wel aansluiten bij je lezer zijn er verschillende tools die je daarbij kunnen helpen. Op deze manier heb je tijdens het schrijven van je teksten een heldere indicatie van het niveau van de leesbaarheid.
Ken je doelgroep
Als we het leesniveau van onze lezers mee willen nemen bij het schrijven van de teksten is het natuurlijk van belang dat je weet voor wie je schrijft. Wie is je primaire doelgroep? Is er een secundaire doelgroep en hoe vinden ze mij? Als je deze vragen niet kunt beantwoorden, kun je nooit de juist passende teksten schrijven. Begin dus niet zomaar met schrijven!
Denk bijvoorbeeld aan het schrijven van teksten voor je website niet alleen aan je bestaande klanten. Deze zullen veelal bekend zijn met je schrijfwijze en weten waar het over gaat. Je primaire doelgroep kan bestaan uit bestaande klanten, waar je secundaire doelgroep veel breder kan zijn.
Je bezoekers komen op verschillende manieren en via verschillende paden op je website terecht, zoals social media, links op andere websites, emails en zoekresultaten van bijvoorbeeld Google. Dit laatste is al helemaal belangrijk in het geval van webteksten. Je teksten kunnen nog zo goed geschreven zijn, als ze niet geoptimaliseerd zijn voor zoekmachines, zullen ze nooit gevonden worden. Denk ook hierbij weer aan je doelgroep. Welke zoektermen gebruiken ze? Zorg ervoor dat deze termen terug komen in je kopjes en sub-kopjes.
Schrijf activerend
Gebruik in je teksten actieve in plaats van passieve werkwoorden en geef een duidelijk onderwerp aan in je zinnen. Schrijf bijvoorbeeld “de man bestelde een koffie” in plaats van “er werd koffie besteld”. Schrijf dus niet “er kunnen producten worden besteld op onze website.”, maar “U kunt producten bestellen op onze website.”
Een activerende stem helpt bij het schrijven van beknopte, lezersvriendelijke teksten. Het is ook directer; wanneer je rechtstreeks met het publiek spreekt (“Je kunt het”), is het boeiender dan te zeggen “Het kan.”
Zorg dat je tekst scanbaar blijft
Hoe beter je tekst te scannen is, hoe groter de kans dat je tekst gelezen wordt. Als we, als lezers, iets niet snel genoeg gevonden krijgen gaan we verder. Hier kun je op verschillende manieren voor zorgen.
Houd alinea’s kort: drie, vier zinnen is voor een haastige lezer al een hele kluif. Maar vergrijp je niet aan wat ook wel “drijvende boomstammen” worden genoemd: losse zinnen die dobberen in de stroom van de tekst. Bij schrijven hoort het clusteren van informatie, en dat geldt ook voor beeldschermen.
Tussenkopjes vertellen de lezer waar de volgende alinea over gaat en zorgen ervoor dat je niet de hele alinea hoeft te lezen. Door ze op de en efficiënte manier te gebruiken geef je je lezer extra handvatten om snel de juiste informatie te vinden. Om de algehele presentatie van je tekst nog net iets beter te maken kun je gebruik maken van opsommingen en witregels. Zo kun je informatie makkelijk opdelen en is het snel duidelijk welke alinea’s bij elkaar horen.
Nog een keer kort samengevat
Als het aankomt op teksten voor het internet zijn er een aantal dingen waar je rekening mee kunt houden om je teksten beter te maken:
- – Weet voor wie je schrijft en houdt rekening met het leesniveau van je lezers. Bij twijfel, mik op B1,
- – Alleen informatie die de lezer echt nodig heeft, stel jezelf voortdurend de vraag “Kan het korter?”,
- – Niet te grote, wel inhoudelijk juiste alinea’s,
- – Titels en tussenkopjes die de lading dekken,
- – Geen passieve zinnen, schrijf actief!